Met betrekking tot een nietigheidsvordering ingeleid door Spanje tegen twee Verordeningen ter uitvoering van het nieuwe Europese "Unitair" Octrooi, was de Advocaat Generaal in zijn conclusie van oordeel dat deze Verordeningen niet strijdig zijn met het EU recht.
25 lidstaten van de Europese Unie hebben in 2012 besloten een Europees octrooi met eenheidswerking ("Unitair Octrooi") voor hun territoria in te stellen. De deelnemende lidstaten keurden twee Verordeningen goed ter invoering van het Unitair Octrooi: de Unitair Octrooiverordening 1257/2012 en de Vertaalverordening 1260/2012 die de vertalingsvereisten voor het Unitair Octrooi bepaalt. De lidstaten beslisten echter dat de Verordeningen pas toepassing zouden vinden eens de Overeenkomst inzake een Eengemaakt Octrooigerecht in werking zou treden.
De Overeenkomst inzake een Eengemaakt Octrooigerecht is een niet-EU rechtsinstrument (een verdrag) waarin 25 staten besloten hebben om een gezamenlijke octrooirechtbank op te richten voor hun territoria. Dit Eengemaakt Octrooigerecht zal in het begin bevoegdheid hebben voor 13 EU-lidstaten en uiteindelijk (na voltooiing van het ratificatieproces) voor 25 EU-lidstaten. Het Eengemaakt Octrooigerecht zal geschillen beoordelen met betrekking tot Unitaire Octrooien en (als de octrooihouder geen opt-out heeft gedaan uit het systeem) klassieke Europese octrooien. Het is bedoeld om een oplossing te bieden voor de huidige problemen die rijzen met een klassiek Europees octrooi ,waarvoor de octrooihouder bij inbreuk een rechtsprocedure moet opstarten in elke lidstaat waar het octrooi geldig is en een derde partij in elke lidstaat afzonderlijk een procedure moet starten om een octrooi nietig te laten verklaren.
Spanje neemt geen deel aan het Unitair Octrooi en het Eengemaakt Octrooigerecht. Sinds 2012 verzet Spanje zich inderdaad tegen dit nieuwe systeem. In 2013 heeft Spanje twee procedures (C-146/13 en C-147/13) ingeleid voor het Hof van Justitie van de Europese Unie om de Unitair Octrooiverordening en de Vertaalverordening te vernietigen. Spanjes voornaamste argumenten in deze zaken waren de volgende:
- de lidstaten hebben geen intellectueel eigendomsrecht gecreërd dat een eenvormige bescherming biedt (in uitvoering van artikel 118 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) omdat de daden van directe en indirecte inbreuk op het Unitair Octrooi niet gespecifieerd zijn in de Verordeningen zelf, maar deel uitmaken van de Overeenkomst inzake het Eengemaakt Octrooigerecht en dus van een verdrag dat buiten de EU wetgeving en EU wettelijke controle valt;
- de lidstaten ondermijnen de bevoegdheid van de EU door te bepalen dat de toepassing van de Verordeningen afhankelijk is van het in werking treden van het Eengemaakt Octrooigerecht; en
- de vertalingsvereisten voor het Unitair Octrooi zijn discriminatoir omdat het octrooi zal verleend worden in het Frans, Duits of Engels met slechts één verplichte bijkomende vertaling.
Op 18 november 2014 werden de twee conclusies van de Advocaat Generaal met betrekking tot de twee Spaanse nietigheidsvorderingen gepubliceerd. De Advocaat Generaal stelt voor om de vorderingen van Spanje tegen de Unitair Octrooiverordening en de Vertaalverordening af te wijzen.
Antwoordend op de argumenten van Spanje overweegt de Advocaat Generaal dat een intellectueel eigendomsrecht dat éénvormige bescherming biedt niet noodzakelijk impliceert dat alle aspecten van het intellectueel eigendomsrecht volledig moeten geharmoniseerd worden. Daarom is het mogelijk om naar een niet-EU instrument (in dit geval de Overeenkomst inzake het Eengemaakt Octrooigerecht) te verwijzen om de inbreuk makende daden te bepalen.
Dat de toepassing van de Unitaire Octrooiverordeningen afhankelijk wordt gemaakt van de inwerkingtreding van de Overeenkomst inzake het Eengemaakt Octrooigerecht is essentieel om het goed functioneren van het Unitair Octrooi, consistente rechtspraak en dus rechtszekerheid te garanderen.
De Advocaat Generaal acht de vertalingsvereisten voor het Unitair Octrooi niet discriminerend en herinnert eraan dat er in de Unie geen algemeen beginsel van gelijkheid van talen bestaat. De keuze voor slechts 3 talen beoogt een legitiem doel, namelijk het verminderen van de vertaalkosten, en is passend en proportioneel gezien het enkel toepassing zal vinden gedurende een overgangsperiode. Na de overgangsperiode zullen naast de officiële taalversies ook automatische machinevertalingen van de octrooien in alle andere talen van de EU beschikbaar zijn.
Als het Hof van Justitie de conclusie van de Advocaat Generaal volgt, zal een belangrijke hinderpaal voor de start van het Unitair Octrooi en het Eengemaakte Octrooigerecht wegvallen. Het arrest van het Hof van Justitie wordt verwacht in het voorjaar van 2015.
De deelnemende lidstaten bereiden op dit moment de start van het Unitair Octrooi en het Eengemaakt Octrooigerecht voor. Belangrijke beslissingen over het bedrag van de jaartaksen voor het Unitair Octrooi en het aannemen van de procedureregels voor het Eengemaakt Octrooigerecht worden verwacht in 2015. Ondertussen moeten nog 8 lidstaten (waaronder het Verenigd Koninkrijk en Duitsland) de Overeenkomst inzake het Eengemaakt Octrooigerecht ratificeren voordat het nieuwe systeem operationeel kan worden. België, Frankrijk, Denemarken, Zweden en Oostenrijk hebben de Overeenkomst reeds geratificeerd. Als de voorbereidingen kunnen plaatsvinden zoals gepland en de resterende lidstaten binnen dat kader ratificeren, kan het eerste Unitair Octrooi verleend worden in 2016.