Meldingsplicht
Vennootschappen die genoteerd zijn op een gereglementeerde markt binnen de Europese Economische Ruimte (EER), kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en vereffeningsinstellingen (de "instellingen van openbaar belang") van een bepaalde omvang zijn verplicht jaarlijks een verklaring te publiceren over onder meer de gevolgen van hun activiteiten op het vlak van milieu, sociale aangelegenheden, corruptie en mensenrechten. Daarnaast moeten beursgenoteerde vennootschappen een diversiteitsverklaring publiceren.
Deze verplichtingen vloeien voort uit de Europese richtlijn 2014/95/EU die is omgezet door een Belgische wet van 11 september 2017. Ze betreffen in het bijzonder elke vennootschap waarvan effecten, waaronder niet alleen aandelen maar ook obligaties, genoteerd zijn op een gereglementeerde markt in de EER en die een balanstotaal van 17 miljoen euro, een omzet van 34 miljoen euro en 500 werknemers haalt.
Steekproef
De studie die de FSMA publiceerde op 26 maart 2019 heeft betrekking op de verklaringen van 56 van de 57 vennootschappen die aandelen of obligaties uitgeven die op 1 november 2018 genoteerd waren op een gereglementeerde markt die onder toezicht van de FSMA staat en die een niet-financiële verklaring moeten opstellen (één van de vennootschappen achtte zich vrijgesteld gelet op de publicatie van een geconsolideerde verklaring door haar moedervennootschap). Van deze 56 emittenten maken er 14 deel uit van de BEL20, noteren er 36 op het continusegment en vier op de fixingmarkt van Euronext.
Resultaten van het onderzoek
Uit het onderzoek blijkt dat ongeveer 65% van deze vennootschappen de verklaring opneemt in het verslag bij de jaarrekening en ongeveer 35% in een apart verslag.
Ongeveer 70% van de verklaringen is gebaseerd op het internationale Global Reporting Initiative (GRI)- referentiekader. Daarnaast is ongeveer 40% van de verklaringen gebaseerd op de United Nations Sustainable Development Goals (SDG's) en ongeveer 25% op het United Nations Global Compact.
30% van de niet-financiële verklaringen bevat een beschrijving van het bedrijfsmodel en de activiteiten.
Volgens de studie schieten sommige rapporten tekort in de beschrijving van het interne beleid, met name met betrekking tot sociale aangelegenheden, de eerbiediging van de mensenrechten en de strijd tegen corruptie.
De studie wijst er verder op dat in sommige verslagen te weinig relevante informatie verstrekt wordt met betrekking tot risicomanagement en essentiële prestatie-indicatoren (KPI’s).
In de meeste gevallen heeft het verplichte verslag van de commissaris ook betrekking op de niet-financiële verklaring (nazicht of de vereiste informatie is opgenomen en of deze consistent is met de jaarrekening). Daarnaast zijn negen van de in totaal 56 geanalyseerde niet-financiële verklaringen het voorwerp van een aanvullende attestering en dit op vrijwillige basis.
De resultaten van de studie hebben geleid tot aanbevelingen aan de betrokken emittenten, onder andere voor de ontwikkeling van hun intern beleid en hun procedures voor risicobeheer, met name voor sociale aangelegenheden en in verband met mensenrechten en de strijd tegen corruptie.
U kan de volledige studie raadplegen via volgende link