De vrijheid van vestiging is sinds lang één van de hoekstenen van de Europese interne markt. De mogelijkheid om vennootschappen te herstructureren voorbij de grenzen van één enkele lidstaat wordt als een essentieel onderdeel hiervan gezien.
Tot voor kort waren echter enkel grensoverschrijdende fusies Europees geregeld door Richtlijn 2005/56/EG van 25 november 2005. Andere grensoverschrijdende herstructureringen, zoals (partiële) splitsingen en omzettingen, konden daarentegen enkel plaatsvinden met toepassing van het nationale recht van de betrokken lidstaten, wat leidde tot juridische fragmentatie en onzekerheid. Het Europees Hof van Justitie heeft in verschillende arresten de principiële mogelijkheid van deze verrichtingen erkend, maar tegelijk de nood aan verdere harmonisatie benadrukt. De Belgische wetgever heeft als voorloper en op eigen initiatief in 2019 bij de invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) een procedure voor grensoverschrijdende splitsingen en omzettingen geïntroduceerd in het Belgische recht, doch een geharmoniseerde Europese regelgeving bleef lang uit.
EU Richtlijn 2019/2121 van 27 november 2019, de zogenaamde Mobiliteitsrichtlijn, moderniseert de toepasselijke regels voor grensoverschrijdende fusies en voert voor het eerst regels in voor grensoverschrijdende splitsingen en omzettingen. De Mobiliteitsrichtlijn voorziet daarbij in bijkomende maatregelen ter bescherming van aandeelhouders, schuldeisers en werknemers voor alle vormen van grensoverschrijdende verrichtingen, met inbegrip van de bestaande grensoverschrijdende fusies. In het bijzonder wordt onder andere voorzien in een uittredingsrecht voor de aandeelhouders van deelnemende vennootschappen die tegen het verrichtingsvoorstel hebben gestemd en in het recht om de voorgestelde ruilverhouding aan te vechten voor de bevoegde instantie. Daarnaast voegt de Mobiliteitsrichtlijn nieuwe grensoverschrijdende herstructureringsvormen toe aan het arsenaal aan beschikbare technieken die vandaag naar Belgisch recht bestaan, waaronder de grensoverschrijdende “zusterfusie” en de grensoverschrijdende “splitsing door scheiding”. Hierdoor wordt bijkomende flexibiliteit gecreëerd voor vennootschappen die grensoverschrijdend wensen te herstructureren.
De Mobiliteitsrichtlijn diende in het nationale recht, in het bijzonder in Boeken 12 en 14 WVV, te worden omgezet uiterlijk op 31 januari 2023. De Belgische wetgever heeft deze deadline niet gehaald. De ministerraad heeft onlangs een voorontwerp van wet aangenomen en aan de Raad van State overgemaakt voor advies. Wij volgen de totstandkoming van deze omzettingswet van zeer nabij op.
In tussentijd rijst de vraag naar de implicaties voor hangende of voorgenomen grensoverschrijdende herstructureringen. Hopelijk zal de Belgische wetgever, in tegenstelling tot sommige andere lidstaten, kiezen voor een graduele inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving, om te vermijden dat lopende verrichtingen door deze aankomende nieuwe regels zouden worden doorkruist.
Aarzel niet ons te contacteren met uw vragen over dit onderwerp.