Modernisering personeelsbeleid Vlaamse overheid: vijfsporenbeleid treedt in werking

Het Vlaams personeelsstatuut (VPS) wordt in het raam van het vijfsporenbeleid met ingang van 1 juni 2024 grondig hervormd. Deze hervorming beoogt een modern, toekomstgericht en dynamisch HR-beleid mogelijk te maken en omvat vijf grote werven om die doelstelling te bereiken. 

Rechtspositie: verankering contractuele tewerkstelling

De Vlaamse regering verankert de veralgemeende contractuele tewerkstelling. Daar waar voordien de contractuele werving de uitzondering op het principieel statutair dienstverband vormde, zullen vacatures vanaf 1 juni 2024 in de regel contractueel worden ingevuld, ook voor het top- en middenkader. 

De statutaire benoeming zal enkel nog mogelijk zijn voor de zogenaamde gezagsfuncties. Gezagsfuncties zijn functies waarbij de eenzijdig bindende beslissingsbevoegdheid ten aanzien van derden rechtstreeks voortvloeit uit de functie en raakt aan de grondrechten van derden. 

Wie al statutair was, zal deze hoedanigheid behouden, ook bij een functiewijziging. Contractuele personeelsleden die in de toekomst een gezagsfunctie opnemen, zullen ambtenaar worden.

Loopbaan- en beloningsbeleid

De Vlaamse regering wil het belang van prestaties en competenties meer laten doorwegen en de rol van anciënniteit in de loonvorming minder prominent maken. Om dit te realiseren, wordt een nieuw beloningskader gecreëerd. De focus ligt op een opwaardering van de verloning tussen het vijfde en vijftiende jaar van de loopbaan bij de Vlaamse overheid. Ook zal het nieuwe beloningskader leiden tot een volledige harmonisering van de salarisschalen tussen statutaire en contractuele personeelsleden, wat eerder nog niet het geval was. 

De huidige Vlaamse personeelsleden kunnen kiezen om over te stappen naar het nieuwe loongebouw, een eerste keer in het najaar van 2024 met een eigenlijke overstap vanaf 1 januari 2025. Vervolgens heeft het personeelslid driemaal per jaar de kans om te kiezen voor deze overstap.

Ziekte

Het vijfsporenbeleid werkt de verschillen in de ziekteregeling tussen contractuele en statutaire personeelsleden weg, waarbij het contractuele stelsel als uitgangspunt wordt gebruikt. De Vlaamse regering voorziet in een periode van gewaarborgd loon van 60 dagen, gevolgd door een behoud van 80% van het belastbaar loon tot en met de zesde maand arbeidsongeschiktheid en 75% vanaf de zevende maand afwezigheid. Voor contractuele personeelsleden wordt dit gerealiseerd door een aanvulling op de uitkeringen toegekend door de sociale zekerheid, gedragen door het Vlaams Pensioenfonds. 

De nieuwe ziekteregeling geldt meteen voor alle contractuele personeelsleden. Voor statutaire personeelsleden in dienst vóór 1 juni 2024 (of wanneer de betrekking voor die datum vacant werd verklaard) blijft echter de oude ziekteregeling behouden (666 dagen ziektekrediet vergoed aan 100% van het salaris).

Uitstroom

Contractuele personeelsleden zullen genieten van een aanvullende ontslagbescherming door onder meer te voorzien in een verplichte voorafgaande remediëring, de verankering van het hoorrecht en de motiveringsplicht in het VPS (wat deels overlapt met de wet van 13 maart 2024, zie onze eerdere bijdrage) en een mogelijkheid tot tegenspraak van de ontslagintentie bij een adviesorgaan. Dit adviesorgaan kan zich niet uitspreken over de opportuniteit van het ontslag, maar beperkt zich tot een toetsing van de gegrondheid van de ontslagintentie, de toepassing van de ontslagvoorwaarden en de procedure. Tot slot kent de Vlaamse regering onder bepaalde voorwaarden een verruimd recht op outplacementbegeleiding toe voor zowel contractuele als statutaire personeelsleden.

Pensioen

Het sluitstuk van het vijfsporenbeleid vormt de versteviging van de tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden. Vanaf juni 2024 wijzigt de pensioenformule naar een step rate met een bijdrage van 5% van het salaris onder het pensioenplafond en 8% van het salaris boven dat plafond. De Vlaamse overheid richtte eerder al een Vlaams Pensioenfonds op dat verder zal instaan voor het beheer van de tweede pijler. 

Tot slot stapt de Vlaamse overheid af van de automatische pensionering op het ogenblik waarop het statutair personeelslid de wettelijke pensioenleeftijd bereikt. De statutaire tewerkstelling blijft in principe bestaan, tenzij het personeelslid of de overheid het initiatief neemt om de arbeidsrelatie te beëindigen via een opzeggingstermijn of een opzeggingsvergoeding van maximaal 26 weken.

Voor wie?

Deze nieuwe bepalingen zullen – op een aantal uitzonderingen na – een impact hebben op de personeelsleden van alle diensten van de Vlaamse overheid (departementen, IVA’s met en zonder rechtspersoonlijkheid, EVA’s van publiek recht, de strategische adviesraden en de administratieve diensten van de Raad van het GO!). Ook voor organisaties die niet onder het toepassingsgebied van het Vlaams Personeelsstatuut zijn begrepen, maar die in hun eigen rechtspositieregeling rechtstreeks doorverwijzen naar (artikelen van) het VPS, kan het vijfsporenbeleid desgevallend een impact hebben.