Nieuwe sanctieprocedure voor de FSMA: eerst aan de schandpaal, dan naar de rechter… ?

Spotlight
15 juni 2014

Net voor hun ontbinding namen de Kamer en de Senaat twee wetten aan die de administratieve sanctieprocedure voor de FSMA - bijna geruisloos - op enkele belangrijke punten wijzigen. Zo zal de FSMA de beslissingen van haar sanctiecommissie voortaan in beginsel met naam en toenaam bekendmaken, ook al wordt hiertegen beroep ingesteld. Verder herwint het directiecomité van de FSMA het initiatiefrecht voor het openen van een administratief onderzoek, waar die bevoegdheid voorheen aan de auditeur toekwam. Tot slot wordt de werking van de FSMA op een aantal procedurele en institutionele punten gewijzigd.

Zie hier een overzicht van de belangrijkste nieuwigheden, die o.m. relevant zijn voor procedures inzake misbruik van voorkennis en ander marktmisbruik.


Procedurele wijzigingen

De wet van 25 april 2014 houdende diverse bepalingen wijzigt onder meer de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten ("Wet Financieel Toezicht"). Opvallend is dat een aantal nieuwigheden van de twin peaks-hervorming – die slechts sinds 15 juli 2011 van kracht waren – zo alweer ongedaan worden gemaakt.

Zo verliest de auditeur het recht om zelf te beslissen in welke gevallen hij een administratief onderzoek opent ("autosaisine"). Het initiatiefrecht komt opnieuw aan het directiecomité toe, waarna de auditeur of, in zijn afwezigheid, de (nieuwe) adjunct-auditeur het onderzoek voert, "met inachtneming van de rechten van verdediging". Dit betekent niet dat het onderzoek tegensprekelijk geschiedt, maar de wet biedt de partij die het voorwerp van het onderzoek uitmaakt wel de mogelijkheid om haar opmerkingen bij het onderzoek te formuleren. Daar voegde de wetgever nu aan toe dat zowel de betrokken partijen als het directiecomité de auditeur om bijkomende onderzoeksdaden kunnen verzoeken. De auditeur kan dergelijk verzoek van een betrokken partij slechts gemotiveerd afwijzen. Na afloop van het onderzoek beslist het directiecomité over een seponering, een door de auditeur voorgestelde minnelijke schikking of een doorverwijzing naar de sanctiecommissie.

Deze wijzigingen traden in werking op 1 mei 2014 (en dus met enige retroactiviteit, gelet op de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad op 7 mei 2014).

Bekendmaking van beslissingen van de sanctiecommissie

Vanuit legistiek oogpunt weinig lovenswaardig, maar daarom nog niet minder meldenswaardig is dat de wet van 25 april 2014 inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners bepaalt hoe de sanctiebeslissingen van de FSMA voortaan zullen worden bekendgemaakt.

De belangrijkste nieuwigheid is dat de FSMA de beslissingen van de sanctiecommissie binnenkort in beginsel met naam en toenaam zal bekendmaken, ook al heeft de betrokkene inmiddels hoger beroep ingesteld. De wet voegt eraan toe dat de FSMA de betrokkene voortaan per fax of email in kennis zal stellen van de sanctiebeslissing, alvorens de beslissing (op haar website) te publiceren.

Het opschortend karakter van het beroep wordt aldus beperkt tot de inning van de dwangsom of de opgelegde boete. De bekendmaking van de sanctiebeslissing, die omwille van het stigmatiserend karakter doorgaans het zwaarste onderdeel van de sanctie uitmaakt, wordt als het ware "uitvoerbaar bij voorraad". Dit doet vragen rijzen over de verenigbaarheid van de regeling met het recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM), nu de sanctiecommissie zelf niet de waarborgen biedt van een onafhankelijk rechterlijk oordeel, terwijl haar sanctie wel reeds publiek wordt gemaakt (lees: wordt uitgevoerd). Bovendien valt het te betwijfelen of een latere hervorming door het Hof van Beroep te Brussel de aangerichte reputatieschade nog zal kunnen herstellen, ook al wordt het arrest op eenzelfde wijze bekendgemaakt.

Wel heeft de sanctiecommissie nog steeds de mogelijkheid om haar beslissing toch enkel op geanonimiseerde wijze bekend te maken, indien zij van oordeel is dat een bekendmaking de financiële markten ernstig dreigt te verstoren of een onevenredig nadeel zou berokkenen aan de betrokken personen.

Deze procedurele wijzigingen traden in werking op 6 juni 2014 (dit is de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad op 27 mei 2014).

Institutionele wijzigingen FSMA

Ten slotte bevat deze nieuwe wetgeving ook verschillende wijzigingen van institutionele aard. Zo werd de functie van secretaris-generaal afgeschaft en is de functie van "auditeur" voortaan een voltijdse opdracht. De auditeur krijgt tevens bijstand van een adjunct-auditeur. Ook kreeg de Raad van Toezicht meer bevoegdheden en werden de regels voor de besluitvorming binnen het Directiecomité en de Raad van Toezicht licht aangepast (zo heeft de voorzitter bijvoorbeeld niet langer een doorslaggevende stem). Deze institutionele wijzigingen traden in werking op 1 mei 2014.

Conclusie

De wijzigingen die in alle stilte werden doorgevoerd aan de Wet Financieel Toezicht getuigen van een aanhoudende zoektocht naar een meer efficiënte organisatie en brengen soms een welgekomen verheldering. Bovenal verdienen zij echter bijzondere aandacht omwille van de onmiddellijke bekendmaking van de sanctiebeslissingen van de FSMA. Dat de signaalfunctie aldus de bovenhand haalt op het recht van verdediging is een eerder zorgwekkende evolutie, hoe laakbaar de gesanctioneerde praktijk ook mag zijn. Dit klemt des te meer nu er na afloop van het administratief onderzoek, dat niet zelden meerdere jaren in beslag neemt, eerder uitzonderlijk sprake is van enige urgentie. Het zal dan ook niemand verbazen dat het laatste woord over deze wijziging nog niet is gezegd.