Prima facie geldigheid van een Europees octrooi: ommezwaai door Hof van Cassatie

Spotlight
15 december 2014

In een arrest van 12 september 2014 breekt het Hof van Cassatie met de klassieke, strikt formalistische, territoriale benadering bij de beoordeling van de prima facie geldigheid van het Belgisch luik van een Europees octrooi.

Op 12 september 2014 oordeelde het Hof van Cassatie dat de feitenrechter bij de beoordeling van de prima facie geldigheid van het Belgische luik van een Europees octrooi de vernietiging van een overeenstemmend buitenlands luik van het Europees octrooi niet simpelweg buiten beschouwing kanlaten. Dit geldt zowel wanneer de feitenrechter de vernietiging terzijde schuift omdat deze nog niet definitief is, als wanneer dat gebeurt omdat het octrooi betrekking heeft op een ander territorium. “Hoewel de nietigverklaring van een Europees octrooi enkel uitwerking heeft op het territorium van die Staat, [kunnen] deze nietigverklaring en de daaraan ten grondslag liggende motieven pertinent […]zijn bij de beoordeling van de ogenschijnlijke geldigheid van het octrooi in een andere staat”, aldus het Hof van Cassatie.

Traditineel werd de prima facie geldigheid van het Belgische luik van een Europees octrooi aanvaard, niettegenstaande een nietigverklaring in eerste aanleg door een rechtbank of een administratie van een (overeenstemmend nationaal ) octrooi (zie bijvoorbeeld Cass. 5 januari 2012 in die zin). Deze formalistische redenering gaat voorbij aan de realiteit van een Europese titel – die weliswaar uiteenvalt in een bundel van nationale octrooien – in zoverre ze (vreemde) uitspraken over, in wezen, hetzelfde octrooi, eenvoudigweg negeert, en wordt thans van tafel geveegd. De rechter voldoet niet aan zijn plicht om de ogenschijnlijke geldigheid te beoordelen door louter vast te stellen dat er nog geen definitieve uitspraak hierover is gedaan.

Hetzelfde is waar wanneer de feitenrechter geen rekening houdt met de definitieve nietigverklaring van hetzelfde octrooi door een andere rechtbank. Hoewel het territorialiteitsprincipe eigen is aan het octrooirecht (elk octrooi geldt maar in de staat waarin het werd verleend), is het Hof van Cassatie van oordeel dat het strikt vasthouden aan dat principe voorbij gaat aan een heersende tendens om in het kader van een Europees octrooi over de nationale grenzen heen te kijken .

Het arrest van 12 september 2014 betekent een ommezwaai in tot dan toe vrij overheersende rechtspraak van het Hof van Cassatie over hoe de prima facie geldigheid van een Europees octrooi moet worden beoordeeld. Deze ommezwaai komt er op een moment dat de Belgische wetgever de rechterlijke beoordeling van het octrooirecht nog meer wenst te specialiseren binnen de Belgische rechtbanken. Vanaf 1 januari 2015 zal immers enkel nog de Rechtbank van Koophandel te Brussel bevoegd zijn voor octrooizaken.