Het Hof van Cassatie heeft in een recent arrest beslist dat de schending van een regel van openbare orde bij de totstandkoming van een renteswapovereenkomst, behoudens andersluidende wettelijke bepalingen, niet met een nietigheid wordt gesanctioneerd.
In een arrest van 30 januari 2015 heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat de schending van een regel van openbare orde bij de totstandkoming van een renteswapovereenkomst slechts de nietigheid van die overeenkomst tot gevolg heeft indien daardoor het voorwerp van de overeenkomst ongeoorloofd is. Opdat het voorwerp ongeoorloofd zou zijn, zou de door de partijen beloofde prestatie – dit is de uitwisseling van periodieke rentebetalingen – door een wet van openbare orde verboden moeten zijn, wat niet het geval is.
In het geding dat aanleiding gaf tot het arrest van het Hof van Cassatie, werd de nietigheidsvordering gesteund op een schending van de identificatieverplichting opgelegd door de witwaswetgeving, die van openbare orde is. De principes van het arrest zouden evenzeer kunnen worden toegepast op inbreuken op de MiFID gedragsregels (know your customer, inform your customer, best execution, …), die overigens niet van openbare orde zijn, maar die af en toe ook worden ingeroepen om de nietigheid van derivatenovereenkomsten te onderbouwen.