In 2017 introduceerde de wetgever het UBO-register: een centraal register met gegevens over de achterliggende natuurlijke personen van Belgische vennootschappen en andere juridische entiteiten. Maar wat als een vennootschap geen natuurlijke persoon kan identificeren die zeggenschap heeft of een toereikend percentage van de stemrechten of van het eigendomsbelang aanhoudt, zoals het geval kan zijn voor vennootschappen die worden gecontroleerd door de overheid? Ook deze vennootschappen vallen immers onder het toepassingsgebied van de UBO-verplichtingen.
Het UBO-register
De wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten introduceerde het UBO-register in het Belgisch landschap: een centraal register waarin gegevens zijn opgenomen over de achterliggende natuurlijke personen van Belgische vennootschappen en andere juridische entiteiten (zie voor meer algemene informatie ook Eubelius Spotlights juni 2017, Eubelius Spotlights maart 2018 en Eubelius Spotlights september 2018). Ze legt aan vennootschappen, verenigingen, stichtingen en trusts de verplichting op om toereikende, accurate en actuele informatie over hun uiteindelijke begunstigden in te zamelen en bij te houden.
"Uiteindelijke begunstigden" zijn – wat vennootschappen betreft – in beginsel steeds natuurlijke personen. Dat wekt de indruk dat vennootschappen die gecontroleerd worden door overheden en waar geen "natuurlijke personen uiteindelijke begunstigde" in beeld komen, buiten schot zouden blijven. De wet voorziet echter in een restcategorie van uiteindelijke begunstigden, namelijk de natuurlijke perso(o)n(en) die behoort/behoren tot het hoger leidinggevend personeel. Enige waakzaamheid is dus geboden: het ontbreken van bijvoorbeeld natuurlijke personen als vennoot of aandeelhouder volstaat niet om te besluiten dat de rechtspersoon ontsnapt aan de UBO-verplichtingen.
Welke vennootschappen en rechtspersonen vallen onder het toepassingsgebied van de UBO-verplichtingen?
De UBO-verplichtingen gelden onder andere voor alle vennootschappen, verenigingen en stichtingen waarop het Wetboek van vennootschappen (artikel 14/1) of de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen (artikel 58/11) van toepassing is, met uitzondering van de Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen. Ook maatschappen, die niet over rechtspersoonlijkheid beschikken, maar wel vennootschappen zijn, moeten dus informatie over hun uiteindelijke begunstigden opnemen in het UBO-register. Voor rechtspersonen en vennootschappen die al gebruik zouden hebben gemaakt van de "opt in"- mogelijkheid met betrekking tot het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen ("WVV"), geldt het WVV (artikel 1:33 e.v.), dat het toepassingsgebied van de UBO-verplichtingen niet heeft gewijzigd.
Ook bijvoorbeeld publieke vennootschappen of verenigingen waar het gemene vennootschaps- of verenigingsrecht aanvullend van toepassing is, vallen dus onder het toepassingsgebied van de UBO-verplichtingen.
Welke verplichtingen rusten er op die vennootschappen en rechtspersonen en hun bestuur?
De vennootschappen en rechtspersonen moeten toereikende, accurate en actuele informatie inwinnen en bijhouden over hun uiteindelijke begunstigden. Het betreft onder andere naam, geboortedatum, nationaliteit en adres van de uiteindelijke begunstigden en – wanneer het een vennootschap betreft – de aard en omvang van het door hen aangehouden economisch belang.
Het bestuursorgaan moet deze informatie binnen de maand overmaken aan het UBO-register.
Op de niet-naleving van deze verplichtingen staan bestuurlijke en strafsancties.
Wie is "uiteindelijk begunstigde"?
Het antwoord op die vraag verschilt naargelang de rechtsvorm (zie ook artikel 4, 27° van de wet van 18 september 2017).
Vennootschappen
Voor vennootschappen zijn – vereenvoudigd uitgedrukt – uiteindelijke begunstigden (i) de natuurlijke perso(o)n(en) die rechtstreeks of onrechtstreeks een toereikend percentage van de stemrechten of van het eigendomsbelang in de vennootschap houdt/houden, en (ii) de natuurlijke perso(o)n(en) die zeggenschap heeft/hebben over de vennootschap via andere middelen.
Op het eerste gezicht vallen er voor vennootschappen die gecontroleerd worden door publieke overheden en die geen natuurlijke persoon hebben die een toereikend percentage van de stemrechten of van het eigendomsbelang aanhouden, geen dergelijke natuurlijke personen te identificeren. De wet voorziet echter in een derde categorie van "uiteindelijke begunstigden": uiteindelijke begunstigden zijn ook de natuurlijke persoon of personen die behoort/behoren tot het hoger leidinggevend personeel, indien na uitputting van alle mogelijke middelen (en op voorwaarde dat er geen gronden voor verdenking bestaan), geen van de personen als bedoeld onder (i) of (ii) is geïdentificeerd (of indien er twijfel bestaat of de geïdentificeerde persoon of personen de uiteindelijke begunstigde(n) is/zijn).
Bijgevolg moeten, bij wijze van voorbeeld, voor een naamloze vennootschap van publiek recht waarop het gemene vennootschapsrecht aanvullend van toepassing is en waarin geen natuurlijke personen aandeelhouder zijn bovenaan de keten (of waar deze niet kwalificeren als uiteindelijke begunstigde), de gegevens van het hoger leidinggevend personeel worden opgenomen in het UBO-register.
(Internationale) verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen
Voor verenigingen en stichtingen zijn de uiteindelijke begunstigden – vereenvoudigd uitgedrukt – (i) de personen die lid zijn van de raad van bestuur; (ii) de personen die gemachtigd zijn de vereniging te vertegenwoordigen; (iii) de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur; (iv) de stichters van een stichting; (v) de (categorie van) natuurlijke personen in wier hoofdzakelijk belang de rechtspersoon werd opgericht of werkzaam is; en (vi) elke andere natuurlijke persoon die via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over de (internationale) vereniging of stichting uitoefent.
Wanneer moet u aan de verplichtingen voldoen?
Volgens de website van de FOD Financiën moet de eerste registratie in het UBO-register uiterlijk op 30 september 2019 plaatsvinden. Deze datum is te beschouwen als een laatste gratieperiode, nu de wettelijke bepalingen reeds van toepassing zijn.