Brussels Hoofdstedelijk Gewest legt interventie- en saneringsnormen vast voor ondernemingsgebieden in een stedelijke omgeving

Spotlight
15 maart 2016

Met een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 oktober 2015 (hierna "besluit van 8 oktober 2015"), heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de interventie- en saneringsnormen voor ondernemingsgebieden in een stedelijke omgeving ("OGSO") vastgelegd.

Het begrip OGSO werd in 2013 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ingevoerd, naar aanleiding van de wijziging van het gewestelijk bestemmingsplan ("GBP") door het "demografisch GBP". Die wijziging beoogde een antwoord te bieden op de uitdagingen gesteld door de bevolkingsaangroei van het Gewest, en in het bijzonder de toenemende vraag naar huisvesting. De belangrijkste nieuwigheid van het "demografisch GBP" was de invoering van de zogenaamde OGSO's. Een OGSO is bestemd voor "productieactiviteiten en in ondernemingen geïntegreerde diensten, hetzij 'business to business' diensten", alsook "voor woningen, handelszaken, groothandel en uitrustingen van collectief belang of openbare diensten". Een OGSO is dus een gebied waarin ondernemingen en huisvesting naast elkaar kunnen bestaan.

De wijziging van het GBP die in 2013 werd doorgevoerd, heeft tot een herziening van de interventie- en saneringsnormen genoopt, ten einde de nieuwe OGSO's daarin in te passen.

De bescherming van de bodem wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geregeld door de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems. Wat de toepasselijke normen betreft, onderscheidt deze ordonnantie twee soorten vaste normen: de interventienormen en de saneringsnormen, die door de Regering moeten worden vastgelegd. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft aldus voor iedere verontreinigende stof een norm uitgevaardigd die niet overschreden mag worden. Interventienormen zijn "concentraties van verontreinigende stoffen in de bodem en in het grondwater, vastgelegd per kwetsbaarheidszone, waarboven de risico's voor de volksgezondheid en/of het milieu als niet te verwaarlozen beschouwd worden en een behandeling van de verontreiniging vereist is". In geval van overschrijding van de interventienormen moet de behandeling van de verontreiniging worden aangevat. De saneringsnormen worden op hun beurt omschreven als "concentraties van verontreinigende stoffen in de bodem en in het grondwater, waaronder de risico's voor de volksgezondheid en het milieu als nihil beschouwd worden en de bodem al zijn functies kan vervullen". De saneringsnormen zijn in principe de normen die in geval van sanering bereikt moeten worden.

De interventienormen zijn vastgelegd in functie van de kwetsbaarheidszones, die afhankelijk zijn van de bestemming van de betrokken site in het GBP, wat niet het geval is voor de saneringsnormen. Zo waren in het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2009 tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen (hierna "besluit van 17 december 2009") drie kwetsbaarheidszones gedefinieerd:

  1. De bijzondere zone, die de volgende zones van het GBP omvat: groengebieden, groengebieden met hoogbiologische waarde, parkgebieden, begraafplaatsgebieden, bosgebieden, gebieden van erfdienstbaarheden langs de randen van bossen en wouden, landbouwgebieden evenals de beschermingsgebieden voor grondwaterwinning;
  2. Woonzone, meer bepaald de volgende zones van het GBP: woongebieden met residentieel karakter, een typisch woongebied, gemengde gebieden, administratiegebieden, gebieden voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten, gebieden voor sport- of vrijetijdsactiviteiten in de open lucht; en
  3. Industriezone, meer bepaald de volgende zones van het GBP: gebieden voor stedelijke industrie, gebieden voor havenactiviteiten en vervoer, spoorweggebieden.

In de bijzondere zone zijn de normen strenger dan in de woonzone. In industriezone zijn de normen het minst streng.

Het besluit van 8 oktober 2015 heeft de OGSO's ingedeeld in de kwetsbaarheidszone die aan hun "reële situatie" beantwoordt. Die reële situatie moet door een bodemverontreinigingsdeskundige worden vastgesteld. Bij ontstentenis van gebruik, zullen de normen voor de woonzone van toepassing zijn. Bij aanwezigheid van woningen op een kadastraal perceel in een OGSO, zullen ook de normen voor de woonzone van toepassing zijn.

Wij merken op dat het besluit van 8 oktober 2015 nog enkele andere wijzigingen doorvoert. Zo zijn de sterk gemengde gebieden aan dezelfde regels onderworpen als de OGSO's. Bij het besluit van 17 december 2009 werden de gebieden van gewestelijk belang ("GGB"), de gebieden van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg ("GGBUA") en de grondreservegebieden ingedeeld in de kwetsbaarheidszone die met hun bestemming overeenstemde of, bij gebreke daaraan, in woonzone. Voortaan is daarenboven voorzien dat de reële situatie door een bodemverontreinigingsdeskundige wordt vastgesteld.

Voor het overige neemt het besluit van 8 oktober 2015 de inhoud van het besluit van 17 december 2009 — dat het opheft — eenvoudig over. Zo werd aan de interventienormen en de saneringsnormen zelf niet geraakt.

Het besluit van 8 oktober 2015 trad in werking tien dagen na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad, meer bepaald op 19 februari 2016.