Detachering van werknemers: omzetting Handhavingsrichtlijn in Belgische wetgeving

Spotlight
15 december 2016

Een recent wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake detachering van werknemers zet de Europese Handhavingsrichtlijn 2014/67/EU om in het Belgisch recht. Dit wetsontwerp, dat goedgekeurd werd in de Kamer op 24 november 2016, biedt de sociale inspectiediensten nieuwe mogelijkheden om de naleving van de regels inzake detachering van werknemers in de EER of Zwitserland te controleren en om op te treden tegen sociale fraude.

Situering

Het wetsontwerp heeft betrekking op gedetacheerde werknemers. Dit zijn werknemers die door hun werkgevers worden uitgestuurd naar een andere lidstaat van de EER of Zwitserland om daar te werken. De detacheringsrichtlijn van 1996 bepaalt de regels die moeten nageleefd worden. Zo hebben gedetacheerde werknemers recht op de zogenaamde "harde kern" van de dwingende bepalingen inzake de loon- en arbeidsvoorwaarden van de staat van ontvangst (bijvoorbeeld minimumlonen). Voor het overige blijft op de gedetacheerde werknemer in beginsel het arbeidsrecht van de uitzendstaat van toepassing. Hetzelfde geldt op het vlak van sociale zekerheid.

In de praktijk werd vastgesteld dat de principes van de detacheringsrichtlijn van 1996 vaak niet nageleefd werden. Bovendien bleek de controle op en de afdwingbaarheid van de regels vaak problematisch. Om hierop een antwoord te bieden, werd in 2014 een nieuwe richtlijn aangenomen, de Europese handhavingsrichtlijn 2014/67/EU (de "Handhavingsrichtlijn"), die tot doel heeft een doeltreffendere toepassing van de detacheringsrichtlijn van 1996 te bekomen, en omzeiling en misbruik van de regels te vermijden.

Het hier besproken wetsontwerp zet de Handhavingsrichtlijn om in Belgisch recht.

Inhoud wetsontwerp

Het wetsontwerp introduceert een aantal nieuwigheden, waarvan we de belangrijkste hierna vermelden.

Feitelijke criteria ter beoordeling van het al dan niet bestaan van een detachering

Het wetsontwerp bevat twee lijsten van feitelijke criteria die moeten toelaten om te beoordelen of er sprake is van een werkelijke detachering.

Een eerste lijst van feitelijke elementen houdt verband met de vereiste dat de detachering een tijdelijk karakter moet hebben. Het doel van de lijst bestaat erin om prestaties die als detachering worden gekwalificeerd, maar die in werkelijkheid geen tijdelijk karakter hebben, van die kwalificatie te kunnen ontdoen.

Een tweede lijst van feitelijke elementen heeft betrekking op de beoordeling van de daadwerkelijke vestiging in het zogenaamde vestigingsland van waaruit de onderneming haar diensten verricht. Deze lijst laat dus toe te beoordelen of voldaan is aan de vereiste dat de onderneming in het vestigingsland daadwerkelijk substantiële activiteiten verricht. Deze lijst moet dus toelaten om te strijden tegen zogenaamde postbusondernemingen.

Verplichte aanduiding van een verbindingspersoon

Het wetsontwerp bepaalt dat de werkgever die personeel in België wil detacheren ertoe gehouden is om, voorafgaand aan die detachering, een verbindingspersoon aan te stellen en deze aanstelling mee te delen aan de bij koninklijk besluit aangeduide ambtenaren (inspectiediensten). De verbindingspersoon is een natuurlijke persoon die wordt aangewezen door de werkgever om, voor rekening van deze laatste, het contact te verzekeren met de aangeduide ambtenaren, en die kan worden gecontacteerd door deze laatsten om elk document of elk advies te bezorgen of in ontvangst te nemen dat betrekking heeft op de tewerkstelling van in België gedetacheerde werknemers.

Het wetsontwerp bepaalt dat de werkgever die een werknemer naar België detacheert volgende documenten moet kunnen voorleggen aan de inspectie, wat in de praktijk zal gebeuren door tussenkomst van verbindingspersoon:

  • een kopie van de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde werknemer of elk ander gelijkwaardig document;
  • de arbeidstijdenoverzichten die begin, einde en duur van de dagelijkse arbeidstijd van de gedetacheerde werknemer aangeven; 
  • de betalingsbewijzen van de lonen van de gedetacheerde werknemer; en
  • informatie met betrekking tot de vreemde valuta die gebruikt wordt voor de betaling van het loon, de voordelen in geld of in natura verbonden aan de tewerkstelling in het buitenland, en de voorwaarden van de repatriëring van de gedetacheerde werknemer. 

De werkgever moet, op verzoek van de inspectie, een vertaling bezorgen van de in de hiervoor vermelde documenten, hetzij in één van de landstalen, hetzij in het Engels.

Hoofdelijke loonaansprakelijkheid

Het wetsontwerp voert in de loonbeschermingswet een nieuw regime van hoofdelijke aansprakelijkheid in voor de rechtstreekse contractant in geval van activiteiten in de bouwsector, dat zal bestaan naast de "algemene regeling" inzake hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden. Dit nieuw regime van hoofdelijke aansprakelijkheid wijkt op meerdere punten af van de "algemene regeling". Zonder in te gaan op de details van de nieuwe regeling, geven wij wel mee dat het allicht de moeite loont voor een onderneming om na te gaan of zij zich potentieel blootstelt aan het risico van hoofdelijke aansprakelijkheid op grond van de algemene regeling, dan wel op grond van de nieuwe regelgeving, omdat de mogelijkheden om deze aansprakelijkheid te vermijden in beide gevallen verschillen.

Sancties

Het wetsontwerp voegt een nieuwe afdeling in in het Sociaal Strafwetboek met betrekking tot de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van administratieve sancties en boetes. Daarnaast worden in het Sociaal Strafwetboek een aantal nieuwe strafbaarstellingen ingevoerd die verband houden met de nieuwe verplichtingen voorzien in het wetsontwerp.

Conclusie

Het wetsontwerp voert een aantal nieuwe bepalingen in die de sociale inspectie zullen toelaten om doeltreffender toe te zien op de naleving van de regels inzake detachering van werknemers. Ondernemingen die gebruik maken van gedetacheerde werknemers doen er goed aan om na te (laten) gaan of deze detachering gebeurt met naleving van alle toepasselijke bestaande én nieuwe regels.