Op 9 januari 2014 werd het decreet van 22 november 2013 betreffende deugdelijk bestuur in de Vlaamse publieke sector (hierna afgekort "Decreet Deugdelijk Bestuur") gepubliceerd. Dit decreet bevat nieuwe regels van deugdelijk bestuur voor Vlaamse agentschappen en andere (overheids-)entiteiten, al dan niet onder vennootschapsvorm. De nieuwe regels betreffen de samenstelling van en belangenconflicten binnen de raad van bestuur, het statuut van de regeringscommissaris, de deontologie van het personeel en de verloning van bestuurders en personeelsleden. Als gevolg van een aantal merkwaardige inhoudelijke en legistieke keuzes van de decreetgever, verwachten wij dat het nieuwe decreet heel wat interpretatievragen zal oproepen.
Personeel toepassingsgebied
Het Decreet Deugdelijk Bestuur is vooreerst van toepassing op de Vlaamse agentschappen en overheidsentiteiten die beheerst worden door het Kaderdecreet Bestuurlijk Beleid: de departementen, de intern verzelfstandigde agentschappen met en zonder rechtspersoonlijkheid (IVA) en de publiekrechtelijk of privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandige agentschappen (EVA). Daarnaast omvat het personeel toepassingsgebied ook de Secretariaten van de Strategische adviesraden, enkele limitatief opgesomde Eigen Vermogens en volgende Vlaamse openbare instellingen met een sui generis statuut: de VRT, de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (de Watergroep), het Universitair Ziekenhuis Gent en het Vlaams Fonds voor de Letteren.
Naast deze klassieke overheidsentiteiten vindt het decreet ook toepassing op handelsvennootschappen, alsook op vzw's, met uitzondering van universiteiten en hogescholen, die kwalificeren als openbare instellingen in de zin van artikel 9 van de Bijzondere Wet tot Hervorming der Instellingen. Dit evenwel telkens op voorwaarde dat zij geacht worden deel uit te maken van de Vlaamse overheid, door onder de sectorale ESR-code 13.12 te ressorteren (bijvoorbeeld VVM De Lijn). Een overzicht van de geviseerde vennootschappen en vzw's kan worden teruggevonden op de website van de Nationale Bank van België (http://www.nbb.be/DOC/DQ/N_pdf_PBT/PBT_lijst_NL.pdf
Wanneer een handelsvennootschap evenwel onder de sectorale ESR-code 11001 (bijvoorbeeld NV Aquafin) ressorteert, is het decreet niet rechtstreeks van toepassing. In dergelijke vennootschappen moeten de vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid in de algemene vergadering hun houding en stemgedrag conformeren aan de bepalingen van het decreet. In de hiernavolgende bespreking van het Decreet Deugdelijk Bestuur komen deze vennootschappen niet meer aan bod.
Voorzichtigheid is wel geboden met deze zeer ruime omschrijving van het toepassingsgebied bij aanvang van het decreet. Hierna zal immers blijken dat de inhoudelijke regels meestal niet op alle opgesomde entiteiten gelijk van toepassing zijn. Zo zijn de departementen en de IVA's bijvoorbeeld niet gevat door de nieuwe regels onder de eerste drie titels hierna vermeld. Enkel de bepalingen met betrekking tot verloning zijn – eerder theoretisch – op hen van toepassing.
Onafhankelijke bestuurders en belangenconflicten binnen de raad van bestuur
Het decreet schrijft voor dat minstens een derde van het aantal stemgerechtigde leden van de raad van bestuur uit onafhankelijke bestuurders moet bestaan die, na een open oproep tot kandidaatstelling en vergelijkende selectie, uit lijsten van twee kandidaten per mandaat worden aangesteld, op voordracht van de raad van bestuur. Naargelang de geviseerde overheidsentiteit, gebeurt de aanstelling door de Vlaamse Regering of door de algemene vergadering. De onafhankelijke bestuurders kunnen slechts worden ontslagen in geval van ernstige redenen en enkel op "voordracht" van de raad van bestuur.
De concrete invulling van het onafhankelijkheidscriterium zal naar verwachting nog wat voeten in de aarde hebben. Zo wordt in het decreet onder meer verwezen naar een "richtinggevende" toepassing van "de corporategovernancecode voor beursgenoteerde bedrijven" wat uiteraard – nog naast het feit de Vlaamse wetgever schijnbaar het bestaan van onafhankelijkheidscriteria in artikel 526ter W.Venn. uit het oog verloor – een merkwaardige wijze van regelgeving is.
Om belangenvermenging binnen de raad van bestuur te voorkomen, moeten bestuurders bij hun aanstelling voortaan een overzicht van andere lopende mandaten en activiteiten voorleggen, alsook eventuele wijzigingen nadien. Daarnaast wordt een belangenconflictenregeling uitgewerkt die is geïnspireerd op de regeling die artikel 523 W. Venn. Bepaalt voor aandelengenoteerde vennootschappen. De bestuurder die een (on)rechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft, strijdig met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoort, mag niet deelnemen aan de beraadslaging, noch aan de stemming over dergelijke beslissing of verrichting. De regels van artikel 523 W.Venn. inzake notulering, verantwoording en openbaarmaking van het belangenconflict werden echter niet overgenomen.
Ten slotte moet de raad van bestuur een deontologische code opstellen voor zijn leden.
Met één pennentrek wijzigt het decreet zo de regels met betrekking tot bestuur in een heel aantal overheidsrechtspersonen en -entiteiten, zonder evenwel de moeite te nemen via wijzigingsbepalingen de organieke wetteksten van deze entiteiten te actualiseren. Hopelijk volgt die oefening snel, want de huidige toestand is een recept voor verwarring en rechtsonzekerheid. Het Kaderdecreet Bestuurlijk Beleid werd wel al op een aantal punten aangepast.
Het toepassingsgebied van voorgaande regels is beperkt tot de EVA's, de vier hiervoor opgesomde openbare instellingen en de handelsvennootschappen en de vzw's die deel uitmaken van de Vlaamse overheid via ESR code 13.12.
Statuut regeringscommissaris
Het Decreet Deugdelijk Bestuur bepaalt de voorwaarden waaraan elke kandidaat-regeringscommissaris moet voldoen en dit op het vlak van beschikbaarheid, vereiste ervaring en kennis, strafrechtelijke veroordelingen, de aanwezigheid van functionele of persoonlijke belangenconflicten en onverenigbaarheden met andere mandaten of ambten.
Daarnaast geeft het de regeringscommissaris een uitdrukkelijk recht op informatie, die hij evenwel vertrouwelijk moet behandelen. De nadruk wordt verder gelegd op de vertrouwensrelatie tussen de regeringscommissaris en de Vlaamse regering, bij ontstentenis waarvan de Vlaamse regering het mandaat te allen tijde kan beëindigen. Ten slotte voorziet het decreet in een tweejaarlijkse evaluatie van de regeringscommissaris aan de hand van een functiebeschrijving en competentieprofiel dat door de bevoegde minister bij aanstelling van de regeringscommissaris werd vastgesteld.
Ook deze regels zijn slechts van toepassing op de overheidsentiteiten opgesomd onder de vorige titel. Bovendien gelden zij slechts in de mate dat bij een overheidsentiteit in de aanstelling van een regeringscommissaris werd voorzien.
Deontologie van het personeel
Alle entiteiten die onder het personeel toepassingsgebied van het Decreet Deugdelijk Bestuur vallen, met uitzondering van de departementen en de IVA's, moeten voortaan een deontologische code opstellen voor hun personeelsleden. De EVA's, de Secretariaten van de Strategische Adviesraden en de Vlaamse openbare instellingen stellen bovendien een regeling op voor de bescherming van zogenaamde klokkenluiders, zijnde "personeelsleden die in de uitoefening van hun ambt nalatigheden, misbruiken of misdrijven binnen de entiteit waar ze zijn tewerkgesteld hebben vastgesteld en gemeld".
Verloning van bestuurders en personeelsleden
Het Decreet Deugdelijk Bestuur bevat ten slotte, geheel in lijn met de tijdsgeest, nieuwe regels met betrekking tot het geldelijke statuut van bestuurders en/of personeelsleden. Het gaat om:
- de omvang van de jaarlijkse bezoldiging, die in beginsel niet meer mag bedragen dan die van de minister
- president van de Vlaamse regering (de zogenaamde "minister-presidentnorm");
- de samenstelling van de jaarlijkse bezoldiging, die niet mag worden toegekend onder de vorm van aandelen(opties) en waarvan het variabel gedeelte nooit meer mag bedragen dan 20% van het jaarsalaris, inclusief mandaattoelage, waarbij bij de vastlegging van het bedrag rekening moet worden gehouden met het langetermijnperspectief en de realisatie van financiële en niet-financiële doelstellingen;
- het verbod om de bezoldiging van personeelsleden te betalen aan een managementvennootschap (een principe dat op federaal niveau eerder al ingang vond met de wet van 19 december 2012 betreffende de bezoldiging van de personeelsleden en van de mandatarissen van de instellingen van openbaar nut, van de autonome overheidsbedrijven en de rechtspersonen waarop de Staat rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed uitoefent, als natuurlijke persoon, met dien verstande dat het Vlaamse verbod enkel van toepassing is op personeelsleden, en dus niet bijvoorbeeld op de vergoeding als lid van de raad van bestuur);
- de samenstelling en omvang van vertrekpremies waarin een arbeidsovereenkomst eventueel voorziet, waarbij de samenstelling decretaal is vastgelegd en de vertrekpremie wordt geplafonneerd op het bedrag van één vast jaarsalaris, tenzij het arbeidsrecht in een hogere vertrekpremie voorziet;
- de (aanvullende) pensioenregeling, die niet voordeliger mag zijn dan die van een minister van de Vlaamse regering;
- de transparantie van het bedrag van de jaarlijkse bezoldiging van de leden van de raad van bestuur, dat moet worden bekendgemaakt in het jaarverslag van de betrokken entiteiten, alsook voor sommige overheidsentiteiten ter kennis moet worden gebracht aan de Vlaamse regering.
Overgangsbepaling
Het Decreet Deugdelijk Bestuur voorziet in een overgangsbepaling wat de nieuwe samenstelling van de raden van bestuur betreft. De samenstelling moet worden aangepast bij de eerstvolgende hernieuwing van de mandaten en uiterlijk op 1 juli 2018. Wat de regels inzake verloning betreft, bepaalt het decreet dat personeelsleden en bestuurders minstens blijven genieten, ook bij een latere verlenging van hun mandaat, van de geldelijke arbeidsvoorwaarden die zij genoten op de datum van inwerkingtreding van het decreet (dit is op 19 januari 2014).