De FSMA-circulaire van 27 oktober 2015 handelt in de eerste plaats over het "transversaal" koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten ("transversaal KB"). Dit koninklijk besluit, zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 2 juni 2015, bevat louter algemene bepalingen betreffende de reclame voor het aanbod van financiële producten of verzekeringen. De circulaire becommentarieert dit besluit en andere toepasselijke publiciteitsregels.
Opschorting van de inwerkintreding wegens de PRIIPS-regelgeving
De circulaire gaat in essentie over het overblijvende deel van het transversaal KB dat, in België, wilde anticiperen op de Europese verordening van 26 november 2014 over essentiële informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten ("PRIIPs").
Het KB van 2 juni 2015 (BS 10 juni 2015) heeft de inwerkingtreding "uitgesteld" van de bepalingen van het transversaal KB die overeenkomen met de doeleinden van de PRIIPs. Het betreft de verplichting een informatiefiche op te stellen voor de commercialisering van het financieel product (onder andere Titel 2), de verplichting een risicolabel (artikel 12, §1, 4° c) en 14 van Titel 3) en de performancescenario's (artikel 4, §5) te vermelden, alsook de voorstelling van de toekomstige rendementen door middel van een simulator (artikel 22, e)).
Het transversaal KB, zoals het werd gewijzigd, behoudt evenwel de verplichting een informatiefiche op te stellen voor de commercialisering van gereglementeerde spaarrekeningen ten aanzien van niet-professionele cliënten.
Het overblijvende deel van het transversaal KB trad, zoals voorzien, in werking op 12 juni 2015. De publiciteitsdocumenten, waarvan de verspreiding reeds was gestart vóór 12 juni 2015, moeten niettemin pas aangepast worden vanaf 1 januari 2015.
Toepassingsgebied van het transversaal KB
De bepalingen van het transversaal KB zijn van toepassing op reclame voor de commercialisering van financiële producten ten aanzien van niet-professionele cliënten (in tegenstelling tot professionele cliënten, in de zin van het "MiFID" KB van 3 juni 2007), indien de documenten uitgegeven worden door "de fabrikant, de gereglementeerde distributeur of de gereglementeerde tussenpersoon, in zoverre zij in staat zijn de betrokken financiële producten uit te geven, over te dragen of te openen, of door een persoon die voor zijn rekening handelt" (artikel 9). De mondelinge communicatie voor reclamedoeleinden wordt eveneens beoogd.
Het transversaal KB is zowel van toepassing op een privaat, als op een publiek aanbod. Een aanbod van financiële producten dat een initiële tegenwaarde vereist van ten minste EUR 100.000 euro (of EUR 250.000 voor ICBE's) wordt uitgesloten van het toepassingsgebied. Hetzelfde geldt voor reeds uitgegeven financiële producten, die gecommercialiseerd werden in het kader van een dienstverlening bestaande uit het ontvangen en doorgeven van orders of het uitvoeren van orders, in zoverre diegene die de commercialisering verricht daarvoor geen andere vergoeding ontvangt dan voor het ontvangen, doorgeven of uitvoeren van orders. Tot slot is het transversaal KB niet van toepassing op overeenkomsten die worden gesloten in het kader van de eerste en de tweede pensioenpijlers en op verzekeringsovereenkomsten met betrekking tot grote risico's (artikel 1).
Welke vernieuwingen brengen het transversaal KB en de FSMA-circulaire?
Het transversaal KB heeft tot doel alle – grotendeels reeds bestaande — regels voor de reclame samen te brengen in één reglementaire tekst, en deze op "transversale" wijze toe te passen op de beroepsmatige commercialisering van alle soorten spaar-, verzekerings- en investeringsproducten ten aanzien van niet-professionele cliënten.
De bepalingen van Titel 3 van het transversaal KB herhalen en vervolledigen reeds bestaande vereisten van andere financiële regelgevingen, meer bepaald, van de MiFID-verordening (waaronder de reclame van de vermelding van de historische, gesimuleerde en toekomstige rendementen) en het Wetboek van Economisch Recht (zoals de niet-misleidende reclame), tvan toepassing op handelingen met consumenten.
De reclame betreffende de beleggingsinstrumenten, de rechten van deelneming van ICB's in het kader van een openbaar overnamebod en de gereglementeerde spaarrekeningen, is onderworpen aan een a priori controle van de FSMA (artikel 26), wat geen grote vernieuwing inhoudt.
Het transversaal KB brengt geen grote wijzigingen teweeg. De bijbehorende uitgebreide circulaire van de FSMA verplicht de professionelen tot verscherpte aandacht.