Goedkeuring van de Europese norm voor groene obligaties – een duurzame weg vooruit?

Legal Eubdate
15 november 2023

Eind oktober 2023 heeft de Europese wetgever het voorstel van een Verordening (2021/0191) betreffende Europese groene obligaties of EuGB goedgekeurd.

De Europese obligatiemarkt kent sinds geruime tijd groene, sociale en andere duurzame obligaties. Tot nog toe was de naamgeving van deze obligaties niet aan formele voorwaarden onderworpen. De markt voorzag na verloop van tijd wel in eigen normen voor dergelijke groene en duurzame obligaties. Zo zijn er sinds 2014 de zogenaamde “ICMA Green Bond Principles” die een kader bevatten op basis waarvan een obligatie “groen” kan worden genoemd; deze principes werken op basis van vrijwillige aanvaarding, maar werden breed toegepast in de obligatiemarkt.

Tot vandaag waren de normen in de sector met andere woorden zelfregulerend. Daar wil de Europese wetgever verandering in brengen: in 2021 lanceerde de Europese Commissie een voorstel van regelgevend kader. In februari 2023 bereikten het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie een politiek akkoord over de implementatie daarvan, dat het Europees Parlement op 5 oktober 2023 in eerste lezing goedkeurde en dat de Raad op 23 oktober 2023 aannam.

Doelstellingen

Met de EU-norm voor groene obligatie (EuGBS of European Green Bonds Standard) beoogt de Europese wetgever om groene obligaties toegankelijker, betrouwbaarder en aantrekkelijker te maken voor investeerders, emittenten en andere marktparticipanten, door te verzekeren dat de opbrengsten van deze obligaties daadwerkelijk worden aangewend voor duurzame projecten, zoals hernieuwbare energie, duurzaam vastgoed en minder vervuilende mobiliteit. De wetgever wil met andere woorden een “ingebakken” vertrouwen geven aan investeerders, zodat zij de zekerheid hebben daadwerkelijk te investeren in groene obligaties.

De EuGBS bouwt in grote mate verder op bestaande marktpraktijken zoals de ICMA Green Bond Principles, waarvan ze de structuur en insteek overneemt. De nieuwe regelgeving is dus geen schok voor de sector. Wel nieuw is dat de regelgeving de link legt met de Taxonomieverordening, die de criteria bepaalt waaraan projecten en activiteiten moeten voldoen om als duurzaam in aanmerking te komen. Dit kadert binnen de bredere Europese Green Deal-aanpak om de Taxonomieverordening te verankeren als toetssteen van duurzaamheid in de Europese Unie.

Kernlijnen

Emittenten krijgen de keuze om hun obligaties uit te geven onder het label van een Europese groene obligatie of EuGB, op voorwaarde dat zij zich ertoe verbinden om (i) de opbrengsten ervan aan te wenden voor duurzame projecten conform de Taxonomieverordening, en (ii) hierover volledige transparantie te bieden aan investeerders en andere marktparticipanten, door zelfrapportering en door op geregelde tijdstippen externe controles te laten uitvoeren (vóór de uitgifte, periodiek na de uitgifte en bij volledige toewijzing van de opbrengsten). Nieuw tegenover het oorspronkelijke voorstel is dat de Europese regelgever ook een prospectusplicht heeft ingevoerd (met beperkte uitzonderingen voor overheden). Om gebruik te maken van het EuGB-label is een prospectus noodzakelijk, waardoor de impact van de Verordening op de private placement-markt (waar geen prospectusplicht geldt) wellicht minder relevant wordt.

Het is essentieel dat de toepassing van de norm volledig op vrijwillige basis gebeurt. De emittent van groene obligaties kan ervoor kiezen deze norm toe te passen, maar is hiertoe niet verplicht. Indien de emittent dit niet doet, blijft het mogelijk om groene obligaties uit te geven en deze ook zo te benoemen, maar de emittent mag ze dan geen Europese groene obligatie of EuGB noemen.

Er is ook een vorm van regulatoire controle: emittenten die ervoor kiezen de norm toe te passen zullen onderworpen zijn aan het toezicht van de nationaal bevoegde autoriteit, in België de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).

Bijzondere regimes gelden voor (lokale, regionale en federale) overheden en voor effectiseringsoperaties. Daarnaast voorziet de meest recente versie van de EuGBS ook in een “light”‑regime voor ecologisch duurzame en sustainability-linked obligaties, die niet alle vereisten vervullen om te kwalificeren als Europese groene obligaties.

Toekomstperspectieven

Geïnteresseerde emittenten zullen ondanks de goedkeuring van het voorstel van Verordening eind oktober 2023 toch nog even geduld moeten oefenen: de Verordening zal, eens definitief goedgekeurd, pas volledig van kracht worden één jaar na haar inwerkingtreding. Emittenten die vandaag een groene obligatie wensen uit te geven, kunnen dit dus nog niet doen binnen het kader vastgesteld door de EuGBS, maar zij kunnen hierop wel al anticiperen door hun obligaties zoveel als mogelijk te conformeren met de EuGBS.

Het initiatief van de Europese regelgever is voorlopig vooral gericht op groene obligaties (met een light‑regime voor ecologisch duurzame en sustainability-linked obligaties), maar de EuGBS effent de weg naar verdere duurzaamheidsinitiatieven voor andere types van producten.

De Europese Commissie heeft alvast aangekondigd dat zij in de toekomst zal werken aan normen afgestemd op sustainability-linked bonds en transition bonds. Een vervolg zal dus wellicht niet lang op zich laten wachten.