Hervorming van de werkgeversgroepering: uitbreiding van het toepassingsgebied

Spotlight
15 september 2014

Bij wet van 25 april 2014 en bijhorend uitvoeringsKB van 8 juli 2014, beide met terugwerkende kracht in werking getreden op 1 februari 2014, heeft de wetgever het toepassingsgebied van de werkgeversgroepering uitgebreid omdat het concept van de werkgeversgroepering vooralsnog niet succesvol is gebleken. De hervorming wil het vormen van werkgeversgroeperingen aanmoedigen, in het voordeel van ondernemingen en dan vooral van KMO's.

Een werkgeversgroepering is een vereniging van verschillende ondernemingen in een autonome juridische structuur, die voor eigen rekening als werkgever, werknemers aanwerft met de bedoeling hen ter beschikking te stellen van de leden van de groepering (de gebruikers). De gebruikers verdelen de diensten van de werknemers onderling. Het concept van de werkgeversgroepering werd ingevoerd in 2000 en vormt een uitzondering op het verbod op terbeschikkingstelling uit de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. Het gebruik ervan wordt daarom afhankelijk gesteld van verschillende toepassingsvoorwaarden.

Al van voor de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen moest een voorafgaande toelating bekomen worden van de Minister van Tewerkstelling en Arbeid. De werkgeversgroepering moest bovendien de vorm aannemen van een economisch samenwerkingsverband ("ESV"), met als enig maatschappelijk doel de terbeschikkingstelling van werknemers aan de leden van de groepering. Met uitzondering van de werknemers belast met de leiding en het toezicht  van de aan de gebruikers ter beschikking gestelde werknemers, kon de werkgeversgroepering enkel laaggekwalificeerde werknemers in dienst nemen die de arbeidsmarkt verlaten hadden, met name langdurig niet-werkende werkzoekenden, begunstigden van het leefloon of gerechtigden op financiële sociale bijstand. Deze werknemers konden bovendien enkel in dienst genomen worden met een voltijdse arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, schriftelijk vastgesteld voorafgaand aan de uitvoering van de overeenkomst.

Sinds 1 februari 2014 zijn er een aantal nieuwe bepalingen, bedoeld om enerzijds, het precair worden van arbeidsovereenkomsten tegen te gaan en, anderzijds, het mogelijk te maken voor ondernemingen om de juiste mensen in te schakelen voor gespecialiseerde taken of specifieke behoeften. De belangrijkste innovaties van deze nieuwe bepalingen zijn: 

  • de verruiming van de werknemerscategorieën die aangeworven kunnen worden door de werkgeversgroepering, namelijk elk type werknemer,
  • de verruiming van de soorten arbeidsovereenkomsten en mogelijkheden met betrekking tot de te presteren arbeidsduur: naast arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd kunnen ook arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of voor een bepaald werk gebruikt worden; zelfs arbeidsovereenkomsten voor deeltijdse arbeid kunnen op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur niet minder dan 19 uur bedraagt,
  • de nieuwe mogelijkheid om een werkgeversgroepering op te richten in de vorm van een VZW (naast de mogelijkheid om een ESV op te richten) met als enig maatschappelijk doel de terbeschikkingstelling van werknemers aan de leden van de groepering, behalve wanneer de Koning dit anders zou bepalen.

De nieuwe bepalingen preciseren ook dat de leden van de werkgeversgroepering hoofdelijk aansprakelijk zijn voor fiscale en sociale schulden, zowel ten overstaan van derden, als ten aanzien van de werknemers die door de werkgeversgroepering ter beschikking gesteld worden van de leden van de werkgeversgroepering.

Tot slot moet opgemerkt worden dat de mogelijkheid voor werkgeversgroeperingen om een toelatingsaanvraag in te dienen bij de FOD Werk, Arbeid en Sociaal Overleg, op dit ogenblik beperkt wordt tot 1 juli 2015. Overeenkomstig het advies van de NAR, werd het uitvoeringsKB immers enkel goedgekeurd om een reglementair kader te bieden bij het opstarten van een aantal pilootprojecten. Intussen wil de NAR zijn werkzaamheden voortzetten over een globale en definitieve verordenende en cao-regeling met betrekking tot alle punten die nog niet werden behandeld in de wet. Lopende toelatingen van voor 1 juli 2015 zullen na deze datum wel van kracht blijven zodat werkgeversgroeperingen die op 30 juni 2015 bestaan, ook daarna actief kunnen blijven.