Op 10 januari 2015 treedt de nieuwe Europese verordening 1215/2012 met betrekking tot de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, de zogenaamde "Brussel I-Verordening", in werking.
Hieronder wordt een beknopt overzicht gegeven van de belangrijkste wijzigingen vanaf 10 januari 2015:
- De verordening schaft de bestaande exequatur-procedure af. De partij die een beslissing die is uitgesproken in een lidstaat, wil laten uitvoeren in een andere lidstaat, zal enkel nog een afschrift van de beslissing (dat aan de voorwaarden voldoet om de echtheid ervan te kunnen vaststellen) moeten voorleggen, samen met een "certificaat betreffende een beslissing in burgerlijke en handelszaken" uitgereikt door de lidstaat van oorsprong,. Deze documenten worden vervolgens betekend aan de persoon tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevorderd.
- Een consument die woonplaats heeft in een lidstaat en die zijn wederpartij wil dagvaarden, kan dit in principe ook doen voor het gerecht van zijn woonplaats indien de wederpartij geen woonplaats heeft in een lidstaat.
- Een werknemer die zijn woonplaats heeft in een lidstaat kan zijn werkgever die geen woonplaats heeft in een lidstaat, dagvaarden voor het gerecht van een lidstaat (in beginsel voor het gerecht van de plaats waar of van waaruit de werknemer gewoonlijk werkt, of de laatste plaats waar of van waaruit hij gewoonlijk heeft gewerkt).
- Partijen kunnen een forumkeuze doen voor het gerecht van een lidstaat indien geen enkele partij woonplaats heeft in een lidstaat. Het is dus niet langer vereist dat minstens één van de twee partijen woonplaats heeft in een lidstaat opdat het door de partijen aangeduide gerecht bevoegd zou zijn.
- In een aantal gevallen kan het gerecht van een lidstaat dat wordt aangezocht nadat een gerecht van een niet-lidstaat werd aangezocht, in geval van aanhangigheid of samenhang zijn uitspraak aanhouden totdat het gerecht van de niet-lidstaat zich heeft uitgesproken over zijn bevoegdheid.
- Ten slotte is er een uitzondering op de regel dat het later aangezochte gerecht de zaak moet/kan aanhouden in geval van samenhang of aanhangigheid. Wanneer een zaak aanhangig wordt gemaakt bij een gerecht van een lidstaat die op grond van een forumbeding exclusief bevoegd is, houdt elk gerecht van een andere lidstaat in principe zijn uitspraak aan totdat het gerecht dat op basis van het forumbeding is aangezocht, zich onbevoegd heeft verklaard.