Nieuwe boeterichtsnoeren Belgische Mededingingsautoriteit

Spotlight
15 december 2014

Op 26 augustus 2014 heeft de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) nieuwe richtsnoeren aangenomen die de werkwijze uiteenzetten voor de berekening van geldboetes bij mededingingsinbreuken. Voortaan zal de BMA zich bij de berekening van geldboetes laten leiden door de richtsnoeren van de Europese Commissie.

De BMA tracht met dit nieuwe kader meer uniformiteit en rechtszekerheid te creëren. Door de Europese richtsnoeren toe te passen, maakt het voor de berekening van de boete niet langer uit of het onderzoek uitgaat van de BMA of van de Europese Commissie. Het belangrijkste gevolg van de nieuwe richtsnoeren is dat boetes voor inbreuken van lange duur substantieel hoger zullen liggen, aangezien het vermenigvuldigingseffect voor de duur ten volle wordt doorgevoerd. Bovendien zal een extra bedrag worden toegevoegd wanneer ondernemingen zich schuldig hebben gemaakt aan zogenaamde "harde kern"-inbreuken (prijskartels, outputrestricties en marktverdeling).

De richtsnoeren van de Europese Commissie zullen op drie punten anders worden toegepast om rekening te houden met de Belgische context. Vooreerst zal de boete berekend worden op basis van de in België behaalde omzet die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met de inbreuk. Verder gelden er specifieke regels voor transacties en clementie overeenkomstig de clementiemededeling van de BMA. Tot slot zal de boete slechts worden verhoogd wegens recidive, wanneer de onderneming reeds voor een identieke of soortgelijke inbreuk werd veroordeeld door de Europese Commissie of door een nationale mededingingsautoriteit van een buurland van België (inclusief het Verenigd Koninkrijk).

De nieuwe regels traden in werking op 1 november 2014. De nieuwe richtsnoeren zijn niet van toepassing op boetes die kunnen worden opgelegd aan natuurlijke personen. Deze boetes zullen worden berekend rekening houdend met de ernst van de inbreuk, de betrokkenheid en de andere kenmerken van de zaak.