Cumul van een rustpensioen met inkomsten uit arbeid (of sociale uitkeringen) is in principe verboden. Dit verbod geldt voor de drie pensioenstelsels, met name voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren. Nochtans is het sinds enkele jaren mogelijk om, onder bepaalde voorwaarden en in beperkte mate, het rustpensioen en beroepsinkomsten te cumuleren. De wetgever heeft met ingang van 1 januari 2013 dit regime reeds versoepeld. De regering heeft echter vanaf 1 januari 2015 nieuwe regels ingevoerd.
Versoepelingen van toepassing in 2013 en 2014
Vanaf 1 januari 2013 werden reeds twee belangrijke versoepelingen doorgevoerd:
1. De mogelijkheid om onbeperkt een rustpensioen en inkomsten uit arbeid te cumuleren op voorwaarde dat de leeftijd van 65 jaar was bereikt én dat een beroepsloopbaan kon worden bewezen van ten minste 42 jaar op de dag dat het pensioen aanving (inclusief gemengde loopbanen).
Indien niet aan deze twee cumulatieve voorwaarden was voldaan, moest de gepensioneerde die na zijn pensioen wilde blijven werken zich voor zijn beroepsinkomsten houden aan de vastgestelde plafonds.
2. De verhoging van het (jaarlijks geïndexeerde) plafond waarboven het pensioen werd geschorst, met name wanneer de grens van het toegelaten jaarinkomen met 25% werd overschreden en niet meer, zoals voorheen, vanaf een overschrijding van 15%.
Ondanks deze versoepelingen was de mogelijkheid voor gepensioneerden om hun rustpensioen, beperkt of onbeperkt, te combineren met inkomsten uit een beroepsactiviteit nog steeds zeer gelimiteerd.
Bovendien riepen de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor onbeperkte cumulatie (namelijk 65 jaar en een loopbaan van 42 jaar) veel weerstand op. Zo werden bij de Raad van State verschillende beroepen tot nietigverklaring ingesteld op grond van schending van de beginselen van gelijkheid en non-discriminatie. Deze beroepen zijn thans nog steeds aanhangig.
Nieuwe regels vanaf 1 januari 2015
Om oudere werknemers langer aan het werk te houden en vervroegd pensioen niet aan te moedigen zijn twee koninklijke besluiten van 18 januari 2015 en van 20 januari 2015 genomen, respectievelijk voor zelfstandigen en voor werknemers. Het doel van de wetgever is om (op korte termijn) de regelgeving van de drie pensioenstelsels, dus ook die voor ambtenaren, gelijk te trekken.
Deze koninklijke besluiten zijn met terugwerkende kracht in werking getreden op 1 januari 2015 en zullen voor het eerst van toepassing zijn op de beroepsinkomsten van het jaar 2015.
De twee nieuwe maatregelen zijn de volgende:
1. De mogelijkheid voor bepaalde gepensioneerden om onbeperkt rustpensioen en beroepsinkomsten te combineren, geldt voortaan voor:
Gepensioneerden die 65 jaar zijn (d.w.z. de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben) met ingang van 1 januari van het jaar waarin zij die leeftijd bereiken, of
Gepensioneerden die de leeftijd van 65 jaar nog niet hebben bereikt, maar die op de datum waarop hun eerste rustpensioen aanvangt, kunnen aantonen dat zij voldoen aan de loopbaanvereiste van 45 jaar (het aantal jaren van een volledige loopbaan) in de zin van de bepalingen inzake het vervroegd rustpensioen.
Zoals voorheen, moet op het moment van pensionering niet aan deze leeftijdsvoorwaarde van 65 jaar worden voldaan. Zo kan een persoon die op 64-jarige leeftijd met rustpensioen gaat, met ingang van 1 januari van het jaar waarin hij 65 jaar wordt, onbeperkt beroepsinkomen genieten.
Daarnaast blijft het zo dat, indien de beroepsactiviteiten na de pensionering worden voortgezet, de gepensioneerde daarmee geen nieuwe pensioenrechten opbouwt.
Indien niet aan de voorwaarden is voldaan, gelden voor de gepensioneerde die wil blijven werken nog steeds de (jaarlijks geïndexeerde) plafonds van toegelaten inkomsten.
Overigens is de gepensioneerde echtgeno(o)t(e) van een persoon met een "gezinspensioen" (d.w.z. indien slechts één van de echtgenoten een inkomen heeft of indien de andere echtgeno(o)t(e) een zeer beperkt inkomen heeft) ook gehouden door de grenzen van de toegelaten inkomsten.
2. Aanpassing van de sanctie wanneer de wettelijk vastgestelde plafonds voor toegelaten inkomsten overschreden worden: afschaffing van de volledige schorsing van het rustpensioen bij overschrijding van de vastgestelde plafonds met meer dan 25%. Voortaan wordt de pensioenuitkering verminderd evenredig met het percentage van overschrijding van de plafonds. Zo zal een overschrijding van de plafonds met 28% bijvoorbeeld leiden tot een evenredige vermindering van het pensioen met 28%.
Overzicht
(*) Voor deze bedragen: http://www.onprvp.fgov.be/NL/pension/working/limits/Paginas/default.aspx
De nieuwe maatregelen komen bovenop een hele reeks van andere door de regering genomen of nog te nemen maatregelen in het kader van de pensioenhervorming en zijn zonder meer een aanzienlijke stap voorwaarts op het gebied van pensioenreglementering.