Het federaal regeerakkoord van 9 oktober 2014 stelt een onderzoek in het vooruitzicht naar de modernisering en vereenvoudiging van het vennootschapsrecht. De bedoeling is om België op die manier aantrekkelijker te maken voor lokale en buitenlandse ondernemingen.
De tekst van het regeerakkoord
Volgens het federaal regeerakkoord van 9 oktober 2014 moet België nog aantrekkelijker worden voor lokale en buitenlandse ondernemingen. Het vennootschapsrecht wordt daarbij gezien als een belangrijke ondersteuning. De regering-Michel kondigt aan te zullen onderzoeken hoe het vennootschapsrecht desgevallend kan worden vereenvoudigd. Deze opdracht komt toe aan de Minister van Justitie, en werd door de Minister van Justitie dan ook opgenomen in zijn beleidsverklaring van 17 november 2014 (Parl. St. Kamer, 54, nr. 0020/018, nr. 5.2).
Achtergrond
Eind jaren 1990 heeft een verregaande coördinatie van het Belgisch vennootschapsrecht geleid tot de invoering van het Wetboek van vennootschappen. Sindsdien wijzigden maar liefst meer dan 50 wetgevende aktes dat wetboek. Iets meer dan een decennium later blijkt de tijd dan ook rijp voor een eerste grondige evaluatie.
Een groep van professoren in het vennootschapsrecht, die zo goed als alle Belgische rechtsfaculteiten beslaat en zich heeft verenigd onder de koepel van het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht, heeft op 28 maart 2014 reeds een aantal voorstellen voorgesteld om te komen tot een structurele hervorming van het vennootschapsrecht (http://uitgeverijlarcier.larciergroup.com/titres/131342_2/de-modernisering-van-het-vennootschapsrecht-la-modernisation-du-droit-des-societes.html#40914).
De belangrijkste voorstellen betreffen (i) de beperking van het aantal vennootschapsvormen, met onder andere het behoud van de maatschap als enige vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (die weliswaar een stil of tijdelijk karakter kan hebben) en de afschaffing van de Comm.VA en het ESV; (ii) een verregaande versoepeling van de regels voor de BVBA, met onder andere de afschaffing van de kapitaal- en kapitaalbeschermingsregels, de versoepeling van de regeling van het stemrecht en van de overdracht van aandelen en de invoering van een facultatief orgaan van dagelijks bestuur; (iii) een vereenvoudiging van de thans gedeeltelijk overlappende reglementering van de publieke en genoteerde vennootschappen; en (iv) de structurele integratie van het verenigingsrecht in één Wetboek van vennootschappen én verenigingen.
De betrokken professoren hopen met dit initiatief een publiek debat op gang te brengen over de toekomst van het Belgische vennootschapsrecht, dat moet leiden tot een nieuw Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De bedoeling is om op die manier van België een aantrekkelijk land te maken voor de vestiging van nieuwe vennootschappen, vanuit een geloof dat de randvoorwaarden (waaronder ook het juridisch kader) daarbij belangrijk zijn.
Dit academisch initiatief lijkt nu dus politiek gehoor te vinden in het regeerakkoord.
Toekomst
Een concrete timing is nog niet bekend. Naar verwachting zal de Minister van Justitie in eerste instantie nagaan of er onder de verschillende stakeholders (met name de rechtspraktijk, de politiek en het gebruikersveld) een voldoende ruim draagvlak kan worden gevonden voor de reeds aangereikte academische voorstellen tot modernisering van het Belgisch vennootschapsrecht. Indien deze consultatie tot positieve resultaten zou leiden, zal dit wellicht op termijn uitmonden in de redactie van een grondige herziening van het Wetboek van vennootschappen.