Vijfde Anti-witwasrichtlijn gepubliceerd

De EU-richtlijn inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering van 30 mei 2018 werd op 19 juni 2018 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De Raad en het EU-parlement hebben de tekst van de vijfde anti-witwasrichtlijn respectievelijk op 14 mei en 19 april 2018 aangenomen.

De nieuwe richtlijn moet gezien worden in het licht van recente gebeurtenissen, zoals de terreurdreiging en het gebruik van offshore-entiteiten, een fenomeen dat deze week opnieuw aandacht kreeg in de media naar aanleiding van het lekken van 1,2 miljoen bijkomende documenten in de zaak rond de Panama Papers.

De wijzigingen aan het bestaande anti-witwaskader omvatten onder meer de uitbreiding van het persoonlijk toepassingsgebied van de anti-witwaswetgeving, belangrijke veranderingen met betrekking tot de toegang tot informatie over de uiteindelijk begunstigden van juridische entiteiten, beperkingen op het anoniem gebruik van prepaidkaarten en virtuele munten en versterkte cliëntenonderzoeksmaatregelen voor betrekkingen met derde landen met een hoog risico.

De richtlijn gaat ook in op de bescherming van klokkenluiders.

Uitbreiding van het persoonlijk toepassingsgebied van de anti-witwasreglementering

Hoewel de EU anti-witwasreglementering reeds van toepassing was op auditors, externe accountants en belastingadviseurs, voegt de nieuwe richtlijn daar nu alle andere personen aan toe wier voornaamste bedrijfs- of beroepsactiviteit erin bestaat (in)direct diensten op belastinggebied aan te bieden.

Vastgoedmakelaars vallen ook onder het toepassingsgebied van de anti-witwaswetgeving, ook wanneer zij handelen als tussenpersoon bij de verhuur van onroerend goed, op voorwaarde dat de maandelijkse huurprijs minstens 10.000 EUR bedraagt.

Kunsthandelaars of tussenpersonen in de sector van de kunsthandel vallen eveneens onder het toepassingsgebied, indien de waarde van één transactie of een reeks van samenhangende transacties minstens 10.000 EUR bedraagt.

Tot slot worden aanbieders van diensten met betrekking tot wisseltransacties tussen virtuele en fiduciaire valuta, net als aanbieders van bewaarportefeuilles, verplicht zich te conformeren aan de EU-anti-witwaswetgeving.

Toegang tot informatie betreffende uiteindelijk begunstigden

De nieuwe richtlijn handhaaft het onderscheid tussen (1) toegang tot essentiële informatie over uiteindelijk begunstigden van juridische entiteiten actief in de EU en (2) toegang tot essentiële informatie over uiteindelijk begunstigden van trusts en vergelijkbare structuren.

Toegang tot de eerste categorie van informatie wordt mogelijk voor iedereen, zonder dat een legitiem belang moet aangetoond worden. Lidstaten kunnen die toegang echter afhankelijk maken van de betaling van een vergoeding voor de administratieve kosten verbonden aan de informatieverstrekking en/of van een online registratie.

Toegang tot informatie over trusts en vergelijkbare structuren veronderstelt nog steeds dat men een legitiem belang kan aantonen en kan eveneens onderworpen worden aan de betaling van een vergoeding en/of een online registratie.

Lidstaten kunnen op individuele basis de toegang weigeren indien de uiteindelijk begunstigden zouden worden blootgesteld aan een onevenredig risico op bijvoorbeeld fraude of ontvoering.

Lidstaten moeten ook eisen dat de informatie over de uiteindelijk begunstigden bijgehouden wordt op een adequate, accurate en up-to-date wijze. De verschillende nationale registers moeten met elkaar verbonden worden.

Het gebruik van anonieme prepaidkaarten

Het anoniem gebruik van betaalkaarten wordt verder beperkt, door de huidige limiet van 250 EUR te verlagen naar 150 EUR. Anonieme opname van contanten worden beperkt tot 50 EUR in plaats van 100 EUR.

Transacties met derde landen met een hoog risico

Bepaalde derde landen, zoals Noord-Korea, worden traditioneel als risicovol beschouwd op het vlak van witwassen.

De richtlijn legt strengere cliëntenonderzoeksmaatregelen op in het kader van zakelijke betrekkingen met dergelijke landen, waaronder het bekomen van aanvullende informatie over de cliënt, de uiteindelijk begunstigde en de beoogde aard van de zakelijke relatie, en de goedkeuring door het hoger leidinggevend personeel om een zakelijke relatie aan te gaan of voort te zetten.

Andere interessante aspecten

De volgende wijzigingen verdienen het ook om vermeld te worden:

  • De richtlijn verplicht lidstaten om bijkomende bescherming te bieden aan individuen die vermoedens van witwassen of terrorismefinanciering intern of aan een financiële inlichtingeneenheid gemeld hebben, en wel door een klachtenmechanisme aan te bieden wanneer zij door die melding geconfronteerd worden met negatieve gevolgen.
  • De lidstaten en de Commissie zijn verplicht een geactualiseerde lijst bij te houden van functies die zij als prominente publieke functies beschouwen.
  • Financiële inlichtingeneenheden zullen op eenvoudigere wijze toegang krijgen tot informatie, bijvoorbeeld met betrekking tot onroerende goederen.

Omzetting

De algemene omzettingsdeadline is vastgesteld op 10 januari 2020, maar een aantal wijzigingen moeten maar tegen 10 maart 2020 doorgevoerd zijn. De nationale UBO-registers moeten pas op 10 maart 2021 met elkaar verbonden zijn.

Indien u vragen heeft of advies wenst over de Europese of Belgische anti-witwaswetgeving, helpen wij u graag verder.