Het wetsontwerp van Boek X van het Wetboek Economisch Recht wijzigt de Wet Precontractuele Informatie op een aantal punten. De belangrijkste wijziging betreft de verruiming van haar toepassingsgebied. Zo stelt het wetsontwerp onder meer een einde aan de discussie of ook handelsagentuurovereenkomsten onder dit toepassingsgebied kunnen vallen.
Met het wetsontwerp houdende invoeging van boek X "Handelsagentuurovereenkomsten, commerciële samenwerkingsovereenkomsten en verkoopconcessies" in het Wetboek Economisch Recht wil de regering de huidige Handelsagentuurwet, de Wet Precontractuele Informatie en de Alleenverkoopwet vervangen. Dit wetsontwerp werd op 9 januari 2014 voorgelegd aan de Kamer en en op 21 februari 2014 aangenomen. De tekst werd overgemaakt aan de Senaat, die nu de mogelijkheid heeft het wetsontwerp te evoceren.
Het wetsontwerp neemt de bepalingen van de Handelsagentuurwet en Alleenverkoopwet ongewijzigd over. De Wet Precontractuele Informatie daarentegen wordt op een aantal punten gewijzigd en dit om deze wet "juridisch doeltreffender te maken en tegelijk te trachten ze aan te passen aan de realiteit van het economisch leven en de toepassing ervan zo veel mogelijk te vereenvoudigen".
De belangrijkste wijziging betreft de verruiming van het huidige toepassingsgebied van de Wet Precontractuele Informatie.
De wet verwijst naar een "overeenkomst tussen twee personen", waardoor er in de rechtsleer controverse bestaat over de vraag of overeenkomsten waarbij meer dan twee personen betrokken zijn, onder de wet vallen. Het wetsontwerp maakt komaf met deze discussie en stelt voor om, in het licht van de beoogde verruiming, het woord "twee" te vervangen door "verschillende".
Een tweede wijziging betreft de schrapping van de vergoedingsvoorwaarde opdat de commerciële samenwerkingsovereenkomst onder het toepassingsgebied van de wet zou vallen. Volgens deze voorwaarde moet de verkrijger van de commerciële formule daarvoor, rechtstreeks of onrechtstreeks, een vergoeding betalen, van welke aard ook. Volgens de Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp zorgt deze voorwaarde ervoor dat sommige vormen van commerciële samenwerkingsovereenkomsten buiten het toepassingsgebied blijven, zodat het wetsontwerp deze voorwaarde schrapt om de wet doeltreffender te maken.
De derde wijziging betreft de voorwaarde om in eigen naam en voor eigen rekening te werken. Over de interpretatie van deze voorwaarde bestaat eveneens discussie. Bepaalde rechtsleer meent dat deze voorwaarde niet alleen vervuld moet zijn tijdens de precontractuele fase, maar ook nadat de overeenkomst is gesloten. Ook het hof van beroep te Brussel is deze mening toegedaan in een arrest van 4 oktober 2012. Bijgevolg zouden handelsagentuurovereenkomsten uitgesloten zijn van het toepassingsgebied, vermits handelsagenten niet in eigen naam en voor eigen rekening handelen, maar in naam en voor rekening van hun principaal. Andere rechtsleer meent dan weer dat deze voorwaarde vervuld is wanneer partijen gedurende de precontractuele fase in eigen naam en voor eigen rekening optreden. In dat geval zijn handelsagenten niet ipso facto van het toepassingsgebied uitgesloten. De regering kiest nu voor de laatste, meest ruime interpretatie en schrapt de woorden "die elk in eigen naam en voor eigen rekening werken".
Tegenover de verruiming van het toepassingsgebied staat dan weer dat bank- en verzekeringsagentuurovereenkomsten uitdrukkelijk van het toepassingsgebied worden uitgesloten. In zijn advies bij het wetsontwerp vraagt de Raad van State zich alvast af of dit onderscheid de toets aan het gelijkheidsbeginsel zal doorstaan.
Naast wijzigingen aan het toepassingsgebied, voorziet het ontwerp ook in een afwijking van het principiële verbod om voor het verstrijken van de bedenktermijn enige verbintenis of vergoeding te vragen. Het afsluiten van een geheimhoudingsakkoord gekoppeld aan een conventionele schadevergoeding wordt nu expliciet mogelijk gemaakt.
Het ontwerp schept ook meer duidelijkheid over de situatie waarin een lopende overeenkomst wordt gewijzigd of hernieuwd. De vraag rijst immers of er in die gevallen opnieuw aan alle formaliteiten moet worden voldaan. De regering kiest voor een tussenoplossing en omschrijft de gevallen waarin een vereenvoudigd precontractueel document moet worden overgemaakt. Verder blijft de bestaande nietigheidssanctie ongewijzigd. Het ontwerp voorziet nu evenwel ook in een sanctiemechanisme voor het niet vermelden van gegevens of het vermelden van onjuiste gegevens waarvoor de wet geen nietigheid oplegt. Volgens het ontwerp kunnen deze gevallen aan de rechter worden voorgelegd om hem te laten toetsen of dit gebrek aan juiste vermelding geen wilsgebrek met zich meebrengt of een precontractuele fout inhoudt.
De datum van inwerkingtreding van de bepalingen van boek X van het Wetboek Economisch Recht zal door de Koning worden bepaald. De (gewijzigde) Wet Precontractuele Informatie zal – logischerwijze – niet van toepassing zijn op commerciële samenwerkingsovereenkomsten die reeds lopen op de datum waarop van inwerkingtreding.