Grondig hertekend insolventierecht treedt in werking op 1 september 2023

Legal Eubdate
1 september 2023

Nadat het insolventierecht pas in 2018 aanzienlijk gewijzigd werd, leidt de omzetting van de Europese Herstructureringsrichtlijn nu opnieuw tot ingrijpende veranderingen. De wetgever heeft zich er immers niet toe beperkt om deze richtlijn om te zetten in Belgisch recht, maar heeft in dezelfde beweging een aantal innovaties doorgevoerd.

Wij vatten de meest in het oog springende vernieuwingen voor u samen:

  1. Een onderneming in moeilijkheden kan voortaan vragen dat de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden bepaalde schuldeisers – met inbegrip van de fiscus en de RSZ – oproept om te onderhandelen over de openstaande schuld. Indien er een akkoord wordt bereikt, neemt de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden dit op in een proces-verbaal, dat uitvoerbaar is.
     
  2. Het minnelijk akkoord kan voortaan ook met slechts één schuldeiser gesloten worden en vergt dus niet langer minstens twee instemmende schuldeisers.
     
  3. De procedure van gerechtelijke reorganisatie kent voortaan een openbare en een besloten variant. Bij de besloten variant is er in geen enkele publiciteit voorzien. De besloten procedure kan bovendien niet alleen door de onderneming zelf opgestart worden, maar ook door een schuldeiser of een aandeelhouder.
     
  4. Bij het collectief akkoord wordt – zowel in de openbare als in de besloten procedure – een onderscheid gemaakt tussen enerzijds grote ondernemingen en anderzijds alle andere ondernemingen. Voor grote ondernemingen wordt het veel moeilijker om een gehomologeerd collectief akkoord te bereiken. In bepaalde gevallen moet de rechtbank het plan niet alleen toetsen aan de liquidatiewaarde van de onderneming, maar ook aan de waarde in going concern, wat uiteraard tot complexe discussies kan leiden. Daarnaast moeten de aandeelhouders van de onderneming (als die er zijn, wat bij een grote vereniging bijvoorbeeld niet het geval is) voortaan verplicht bij het reorganisatieplan betrokken worden, wat de zaken zeker ook niet vereenvoudigt.
     
  5. De wet verduidelijkt dat een overdracht onder gerechtelijk gezag voortaan steeds uitmondt in een faillissement of een gerechtelijke vereffening.  
     
  6. Er wordt een pre-pack naar Nederlands model ingevoerd. Dit houdt in dat de rechtbank de onderneming die aangifte doet van haar faillissement niet meteen failliet verklaart maar eerst een “beoogd curator” aanstelt die gedurende 30 (of 60) dagen samen met de onderneming een doorstart na faillissement voorbereidt.
     
  7. Voor “lege dozen” kan de rechtbank voortaan de gerechtelijke ontbinding uitspreken in plaats van het faillissement.
     
  8. Voor de kwijtschelding die natuurlijke personen na faillissement kunnen krijgen, is er voortaan geen uitdrukkelijk verzoek meer vereist. De kwijtschelding wordt (in beginsel) een gevolg van de afsluiting van het faillissement, wat wel betekent dat de gefailleerde ook tot dan moet wachten om daarover duidelijkheid te krijgen.

We bespreken deze nieuwe regels meer in detail in dit document en staan uiteraard klaar om uw eventuele vragen te beantwoorden.